Crisis als uitdaging

"You never let a serious crisis go to waste. And what I mean by that it's an opportunity to do things you think you could not do before." — Emanuel Rahm

De laatste decennia maakten we een onwaarschijnlijke technologische vernieuwing mee.

Sinds het begin van de industriële revolutie, en dat is amper 250 jaar geleden, is onze capaciteit om te vernieuwen, te innoveren, exponentieel toegenomen. Ongehinderd, in tegendeel, meer dan waarschijnlijk geholpen door maatschappelijke revoluties, wereldoorlogen, en crisissen.

Alles versnelt, en technologische trends evolueren, aan een ongezien tempo. De wetenschap, en de praktische toepassingen daarvan, zitten in een wederzijds versterkende feedback loop. Ideeën, theorieën, technologieën, alles versterkt elkaar. Er is kruisbestuiving, en de synthese van al die ideeën levert telkens weer nieuwe ideeën op.

En de technologie evolueert niet alleen sneller dan dat iemand ooit had kunnen voorspellen, maar ook in een verschillende richting. Wie 50 jaar geleden dacht dat de toekomst zou bestaan uit, vliegende auto's, en bemande ruimte-exploratie, zit, voorlopig toch, helemaal verkeerd.

Maar er zijn ook die momenten dat Science Fiction griezelig correcte voorspellingen maakt, en dikwijls over het effect van al die disruptieve technologie op de mens, op onze condition humaine.

Onze menselijke identiteitscrisis zal niet beter geholpen worden door artificiële intelligentie, digitale transformatie, robotica, virtuele realiteit, en genetisch gemodificeerde organismen. In tegendeel. Wat het betekent om ‘mens’ te zijn, staat misschien wel definitief ter discussie.

Sommigen denken dat we stilaan een plafond bereikt hebben — evolutie is geen lineair proces, het werkt in sprongen, korte periodes van intense transformatie, afgewisseld met lange periodes van stabiliteit. En voor die mensen is er misschien wel slecht nieuws. Want in deze match zijn we waarschijnlijk nog niet eens aan de rust.

Ons huis staat in brand

Dat komt omdat we, dankzij al onze wetenschappelijke kennis en technologisch machtsvertoon, in een diepe crisis zijn gesukkeld. Ons huis, die kostbare blauwe knikker die we moeder Aarde noemen, staat letterlijk in brand. Onze ecosystemen brokkelen af, en sommige zijn al overleden. Onze oceanen hoesten als longpatiënten. De biodiversiteit is razendsnel bloedarmoedig aan het worden. De verwoesting is nu al van onschatbare waarde, en wordt met de dag erger. En dat hebben wij veroorzaakt.

De maatregelen die we tot nu toe namen, hoe hoopvol ook, zijn druppels op een hete plaat, al te letterlijk. Volgens zowat alle berekeningen en klimaatmodellen, zijn de moeizaam verworven klimaatakkoorden schromelijk ontoereikend. De moedige mensen die die akkoorden onderhandelden, weten dit maar al te goed, maar zijn gebonden aan heersende conventies van diplomatie en nationalisme. De rest van de mensheid, als goede stuurlui aan wal, moedigen ze aan, dagen ze uit, geven richting en advies. Soms vloekend en scheldend, omdat het zo traag gaat.

Iemand zei me ooit: 'Wie kwaad is, is halfweg.' En we beginnen stilaan kwaad te worden. Gelukkig maar.

Als de geschiedenis ons iets leerde, is het dat een crisis een accelerator is voor technologische vernieuwing. Uitgedaagd door Einstein, die opmerkte dat we onze problemen niet kunnen oplossen met hetzelfde denken als waarmee we ze veroorzaakten, zien we voorlopig geen andere keuze dan nog sneller te gaan innoveren.

De limieten aan de groei

En zo brengen we onze vooruitgang verder in overdrive. De uitdaging hierbij is om met duurzame oplossingen te komen, dat wil zeggen geen nieuwe problemen te veroorzaken die zo mogelijk nog ergere gevolgen kunnen hebben. Al is het moeilijk om je voor te stellen wat er erger kan zijn dan een compleet onbewoonbare Aarde. Dat we dit enkel kunnen door een fundamenteel ‘holistische’ en systemische aanpak, spreekt voor zich. Dit verklaart mede de vernieuwde aandacht voor systeemdenken als discipline, in navolging van het fameuze Limits to Growth rapport uit 1972. Het was het eerste systemisch onderzoek, via computersimulatie, naar de toekomst van de Aarde als eindige bron van middelen. De voorspelling kwam neer op een wereldwijde teloorgang van onze economische groei vanaf 2008, en een versnelde ineenstorting van ons heersend economisch model vanaf 2020.

Dat besluit werd, indertijd en lang erna, unaniem weggelachen, en als simplistisch afgeschilderd. De gebruikte computermodellen waren inderdaad zeer eenvoudig, te eenvoudig om zoiets complex als de Aarde voor te stellen. Maar toen specialisten het model na de financiële crisis van 2008 herontdekten, bleken de trends die het rapport ooit voorspelde, verbazende gelijkenissen te tonen met de werkelijkheid.

Of het Limits to Growth rapport nu het werk was van visionaire zieners of apocalyptische doemdenkers, laten we in het midden. Maar de gebruikte methodologie was hoopvol, en blijft tot op vandaag vele onderzoekers fascineren. Tegenwoordig rekenen we daarbij op AI om ons te helpen, op zoek naar een intelligentie die groter is dan de onze, op zoek naar dat nieuwe denken.

Kan systeemdenken de wereld redden?

Nee. Dat kunnen enkel jij en ik, als we samenwerken. Systeemdenken is opnieuw een technologie, een middel, een denkmiddel in dit geval. En we weten ondertussen dat we onze problemen niet kunnen oplossen door nog meer technologie toe te voegen, en daarmee de complexiteit van onze systemen en structuren verder te belasten.

Maar systeemdenken kan wel een stap zijn in de goeie richting. In het, recentelijk weer veel gedeelde maar 4 jaar oude, The Future of Work rapport van het World Economic Forum, staat Complex Problem Solving helemaal bovenaan in een lijst van top-10 competenties voor 2020 ‘and beyond’. Complexe problemen zijn fundamenteel verschillend van ingewikkelde problemen. Ze vereisen een andere aanpak dan diegene die we, in onze huidige organisaties, gewoon zijn. En de beste technieken die we momenteel hebben om met complexe problemen om te gaan, zijn fundamenteel systemisch.

(Photo credit: Robert Metz via unsplash)